Low code platformen zijn niet nieuw, ze bestaan al enkele decennia. De laatste jaren zijn ze weer sterk in opkomst, nu ze in staat zijn de vraag naar de huidige technologie te ondersteunen. En wat eerder gold, geldt nu nog steeds: goed gereedschap is het halve werk. In dit geval helpt dat het ontwikkelteam om zich te concentreren op het ‘WAT’ en niet op het ‘HOE’. Want dat laatste wordt door het gereedschap verzorgd.

Door te concentreren op ‘WAT’ wordt er sneller beter aansluitende software ontwikkeld van een hogere kwaliteit. De bestaande low code platformen leveren niet alleen ondersteuning tijdens de bouw, maar bieden ook ondersteuning in het hele ontwikkelproces. Zo worden onder andere de DevOps teams ondersteund bij het promoten van de software naar de productie. De aPaaS varianten (applicatie platforms as a service) van low code platformen verzorgen bovendien alles wat nodig is om de applicaties in productie te draaien, inclusief het beheer.

Het low code platform OutSystems, dat door Gartner en collega onderzoeksbureaus hooggewaardeerd wordt in de verschillende kwadranten, heeft onlangs een nieuwe versie van het platform gelanceerd (OutSystems 11). Wat kan er nog verbeterd worden, zou je zeggen nadat ze in versie 10 al kwamen met native mobile development en offline ondersteuning. Daardoor werd het mogelijk om vanuit één platform (en één set of skills) zowel web gebaseerde app(licatie)s als native mobile apps te ontwikkelen.

OutSystems 11 adresseert het probleem van legacy systemen die door de jaren heen bij enorm veel organisaties een rem op de innovatie hebben gezet. De nieuwste versie biedt daarom nieuwe geavanceerde mogelijkheden om legacy-systemen te moderniseren en omvangrijke applicatie-landschappen te vervangen.

Naast de toch al geavanceerde integratiemogelijkheden biedt OutSystems 11 nu ook de ondersteuning voor een moderne microservices-architectuur en impactanalyse. Een microservices architectuur geeft voordelen in schaalbaarheid van systemen, beperkt de complexiteit daarvan en verkort de time-to-market in het opleveren van functionaliteit aan de eindgebruiker. Microservices moeten wel goed gemonitord (kunnen) worden en daarvoor biedt versie 11 nu functionaliteiten. De in versie 11 verbeterde ondersteuning van impactanalyse stelt ontwikkelteams bovendien in staat om flexibel, veilig en snel op grote schaal herbruikbare apps en services te ontwikkelen.

Het projectmatig onderhoud op apps die processen ondersteunen die onderscheidend zijn voor de organisatie, wordt steeds meer vervangen door procesmatig onderhoud. Daarom biedt OutSystems 11 nu ook ondersteuning voor Continuous Delivery-teams. Complexe applicatielandschappen zoals we die tegenwoordig in veel organisaties zien, vragen om een overkoepelend model voor het beheer van loosly coupled (micro-)services. Dat beheer gaat niet alleen over wie er wat mee mag (ontwikkelen en gebruiken), maar ook over: wie de eigenaar is en waar in welke versie de services zich in het landschap bevinden. Ook dat maakt OutSystems 11 weer veel beter.  

Wilt u legacy systemen ontsluiten of vervangen, dan is het belangrijk om aan eindgebruikers te laten zien en voelen hoe de nieuwe apps eruit gaan zien. En hoe ze gaan werken. Gebruikers kunnen papieren ontwerpen vaak moeilijk interpreteren en zien pas écht wat het wordt wanneer de apps al in een vergevorderd stadium van ontwikkeling zijn. Vergelijk het maar met de tekeningen van een nieuwbouwhuis: pas als je in het huis rondloopt, krijg je het echte gevoel. Prototyping helpt gebruikers om alvast ‘rond te lopen’ door de applicatie die ze krijgen.

Door de hoge kosten werd dit echter maar mondjesmaat toegepast. OutSystems 11 biedt uitkomst. Het stelt een grote set van patronen beschikbaar die veel gebruikt worden in moderne applicaties. Deze patronen staan los van de look & feel en de data waarmee ze gevoed worden. Daardoor is het eenvoudig om de patronen een huisstijl jasje aan te trekken en ze te voeden met zinvolle data.

Door gebruik te maken van deze patronen en ze te laten werken met data (bijvoorbeeld uit een dump van het bestaande legacy-systeem) kan eindgebruikers zeer snel en eenvoudig een goed en levend model worden aangeboden. Na goedkeuring kunnen de patronen bovendien hergebruikt worden door er echte data aan te koppelen. Dit gebruik is zo eenvoudig dat prototyping nu in brainstormsessies kan worden ingezet. De uitkomst daarvan kan dan worden meegenomen in de ontwikkeling.

De ontwikkelingen binnen OutSystems staan met versie 11 ook niet stil. Continu wordt gebruikers van het platform gevraagd waar er verbeterd en geoptimaliseerd kan worden. Op de wensenlijst staat nog het vrijgeven van de Service Studio (de IDE binnen het OutSystems platform) voor Mac-gebruikers. Want steeds meer zien we de Mac oprukken, ook bij developers. De vraag naar een Mac-versie wordt daardoor steeds meer gehoord.

Ook doet AI zijn intrede binnen het OutSystems platform. Nu al zijn de verschillende services op dat gebied (denk aan Azure en Watson services) eenvoudig te integreren in de functionaliteit van de applicaties. AI gaat daarnaast ook de ontwikkelaar helpen tijdens het ontwikkelproces. Binnenkort lanceert OutSystems de AI Co-pilot voor ontwikkelaars. Hiermee kunnen ontwikkelaars nog eens 25% van hun ontwikkeltijd besparen door intelligentie vanuit de pilot toe te voegen in het ontwikkelproces. Daar zijn wij blij mee als OutSystems partner en ontwikkelaar. De Co-pilot heeft hiervoor meer dan 12 miljoen moderne patronen en apps geanalyseerd en blijft ook continu leren.

Dit zijn allemaal belangrijke stappen op het gebied van low code app-ontwikkeling. Mogelijkheden waarom wij zijn toegetreden tot de OutSystems partners en ontwikkelaars. Deze stappen laten het ontwikkelproces nog meer op het ‘WAT’ focussen en het ‘HOE’ verder van ons overnemen. Toch staan niet alle ontwikkelaars te juichen wanneer low code geïntroduceerd wordt. Vooral hardcore Java of .Net ontwikkelaars hebben nogal eens moeite met deze moderne manier van ontwikkelen.

Maar in de geschiedenis zien we duidelijk dat de innovators het winnen van de laggers. Dezelfde discussies hadden we eerder met bijvoorbeeld assembler codeurs en die zien we nu ook niet meer. Dat gaat hiermee ook gebeuren. Al was het alleen maar vanwege de kosten. Want softwareontwikkeling met laggers is vele malen duurder dan softwareontwikkeling met OutSystems.

Synobsys is niet alleen OutSystems ontwikkelaar én OutSystems partner, maar wij hebben ook een eigen OutSystems MVP in huis. Na ons toetreden tot de OutSystems partners is onze consultant en OutSystems specialist Paul Schmeddes door OutSystems benoemd tot 2018 OutSystems MVP, oftewel: Most Valuable Professional. In deze consultantrol helpt hij OutSystems gebruikers bij vraagstukken als “Hoe start ik op met OutSystems?”, “Met welke architectuur ben en blijf ik effectief?” en “Hoe bewaak ik de kwaliteit van mijn teams en software?”. Hij doet dit gewoon als onderdeel van het ontwikkelteam of als adviseur op verschillende projecten.

Onze MVP is hiermee toegetreden tot een selecte groep consultants van OutSystems partners. Met hun expertise en ervaring helpen zij andere ontwikkelaars. De titel MVP onderstreept hun waarde voor de in de OutSystems Community. OutSystems zorgt daarbij voor de ondersteuning en verdere ontwikkeling van deze professionals.