In het algemeen is het voor opdrachtgevers vaak slecht te zien hoe het ervoor staat met hun technische schuldenlast. Die ervaren ze vaak pas op langere termijn. Er zijn wel zaken die zij kunnen doen om hun tech debt te beperken. Dat begint met het bewustzijn en streven naar de beoogde kwaliteit in werkprocessen en met de gebruikte tools zoals het (low-code) ontwikkelplatform. Bepaal samen met een team wat acceptabel is en werk aan het meten en waar nodig terugdringen van de schuldenlast. Ook uitgebreid (laten) testen is waardevol.
De beste manier om tech debt aan te pakken, is door het te voorkomen. Wanneer de last al groter is, worden vaak bepaalde symptomen zichtbaar. De code wordt ‘onbeheersbaar’ of ontwikkelaars worden overdreven gespecialiseerd. Ik zal dit illustreren met twee voorbeelden.
Voorbeeld 1: Om in een bepaald stuk code te werken, krijgen ontwikkelaars regelmatig te horen dat ze hiervoor eerst bij collega X moeten aankloppen. Die heeft de code gemaakt en weet als enige hoe het in elkaar steekt. Zo ontstaat sterke afhankelijkheid én een bottleneck in ontwikkelprocessen. Dat is voor geen van de betrokkenen een prettige situatie en een goede reden om eens goed naar de schuldenlast te kijken.
Voorbeeld 2: Het kan ook gebeuren dat bij het opschalen van projecten de ontwikkelsnelheid structureel sterk blijkt te dalen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als een bestaande applicatie een jaar of tien oud is, met complexe code terwijl veel developers uit de begintijd al weg zijn. Als je dan opschaalt, gaat de snelheid (velocity) omlaag. Het inwerken van nieuwe mensen kost extra veel tijd, niet alleen tijdens de eerste sprints, maar ook voor de langere termijn. En voordat nieuwe mensen de echt complexere vraagstukken kunnen oppakken, ben je nog veel langer onderweg.